-------------------------------------------------------------------- Test examples generated by Rudi van der Woude. (c) 2017 -------------------------------------------------------------------- These 10 questions should be spoken by another person. -------------------------------------------------------------------- 1 Hoe laat wordt u 's ochtends wakker? 2 Hoe vaak bent u al in Nederland geweest? 3 Hoeveel dagen in de week werkt u? 4 Wat hebt u gisteren gedaan? 5 Hoeveel talen spreekt u? 6 Wie wonen bij u in huis? 7 Wanneer wilt u naar Nederland gaan? 8 Welke kleur vindt u mooi? 9 Welke talen spreekt u? 10 Waarom wilt u naar Nederland? -------------------------------------------------------------------- These sentences can be read and filled in. -------------------------------------------------------------------- 1 Alec gaat naar school. Hij wil graag... 2 David is dik. Hij eet elke dag.. 3 Ella bakt koekjes. Ze bakt de koekjes voor... 4 Hassan werkt in een restaurant. Hij leert daar.. 5 Mijn vader loopt met een stok. Mijn vader is... 6 Ling wil iets eten. Ze eet liever geen... 7 Gabriel maakt een opdracht. Hij doet dat... 8 De stoel is kapot. Jaimy gaat de stoel.. 9 Dimitri werkt in een garage. Hij maakt.. 10 Carlos is vrij. Hij gaat... 11 Nasira woont bij de supermarkt. Ze woont ook bij... 12 Pablo speelt gitaar. Hij oefent... -------------------------------------------------------------------- SUCCESS WITH THE REAL EXAMINATION --------------------------------------------------------------------