-------------------------------------------------------------------- Test examples generated by Rudi van der Woude. (c) 2017 -------------------------------------------------------------------- These 10 questions should be spoken by another person. -------------------------------------------------------------------- 1 Van welke muziek houdt u? 2 Wat eet u 's ochtends? 3 Wat hebt u geleerd op school? 4 Wanneer wilt u naar Nederland gaan? 5 Wat hebt u gisteren gedaan? 6 Hoe vaak luistert u naar de radio? 7 Wat voor werk wilt u doen? 8 Wat drinkt u graag? 9 Hoe vaak kijkt u tv? 10 Waar bent u geboren? -------------------------------------------------------------------- These sentences can be read and filled in. -------------------------------------------------------------------- 1 Edgar en Joko koken samen. Ze doen dat... 2 Jakob zoekt een taxi. Hij wil... 3 Iedereen is blij. Het is... 4 Ik heb een computer met internet. Die gebruik ik... 5 Kevin eet een salade met paprika. In de salade zit ook... 6 Johanna doet suiker in haar koffie. Suiker is... 7 De trein is vol. Hanna moet.. 8 Diego houdt van koken. Hij kookt graag voor.. 9 Sonya houdt van muziek. Ze luistert... 10 Scott doet een opleiding. Hij vindt leren... 11 Stefan belt met zijn zus. Zijn zus is... 12 Samuel heeft vandaag les. Hij gaat morgen... -------------------------------------------------------------------- SUCCESS WITH THE REAL EXAMINATION --------------------------------------------------------------------