-------------------------------------------------------------------- Test examples generated by Rudi van der Woude. (c) 2017 -------------------------------------------------------------------- These 10 questions should be spoken by another person. -------------------------------------------------------------------- 1 Waar bent u geboren? 2 Wie wonen bij u in huis? 3 Op welke dagen werkt u? 4 Hoe laat wordt u 's ochtends wakker? 5 Met hoeveel mensen werkt u? 6 Welke kleur vindt u mooi? 7 Wat doet u graag met uw vrienden? 8 Hoeveel kinderen hebt u? 9 Hoe gaat u naar uw werk? 10 Waar woont uw familie? -------------------------------------------------------------------- These sentences can be read and filled in. -------------------------------------------------------------------- 1 De dochter van Sophia kijkt veel tv. Ze kan beter gaan.. 2 Lizzie en haar moeder gaan met het vliegtuig. Lizzie vindt dat... 3 Carlos maakt muziek. Hij doet dat... 4 Felix gaat elke dag zwemmen. Soms gaat hij ook... 5 Het is druk op het station. Er zijn veel... 6 Stefana vindt wandelen leuk. Ze doet dat... 7 Dunya gaat naar een feest. Het feest is van haar.. 8 Wij willen wat leuks doen. We gaan... 9 Samir is te laat voor de trein. Hij moet nu... 10 Ik ga naar de huisarts. Hij geeft mij... 11 Nancy en Oscar zitten in de bioscoop. Ze vinden de film... 12 Fanya is op de markt. Ze zoekt... -------------------------------------------------------------------- SUCCESS WITH THE REAL EXAMINATION --------------------------------------------------------------------