-------------------------------------------------------------------- Test examples generated by Rudi van der Woude. (c) 2017 -------------------------------------------------------------------- These 10 questions should be spoken by another person. -------------------------------------------------------------------- 1 Wat hebt u gisteren gegeten? 2 Wat drinkt u graag? 3 Naar welke muziek luistert u graag? 4 Wat vindt u van de Nederlandse taal? 5 Wat voor kleren draagt u vaak? 6 Hoe vaak bent u al in Nederland geweest? 7 Hoe laat begint u met werken? 8 Op welke dagen werkt u? 9 Wat doet u graag met uw familie? 10 Wat doet u in het weekend? -------------------------------------------------------------------- These sentences can be read and filled in. -------------------------------------------------------------------- 1 Harold is niet alleen. Hij heeft... 2 Rico eet vaak snoep. Snoep is slecht voor... 3 Michael houdt niet van tennis. Hij houdt meer van... 4 Shun wil niet eten. Hij wil liever... 5 Mijn zus rijdt altijd hard. Ik vind dat... 6 Tony eet brood. Hij eet het brood met... 7 Linn heeft niet goed geslapen. Ze blijft... 8 Jack koopt tomaten. Hij koopt ook... 9 Farid is zanger. Hij moet vandaag... 10 In het eten zitten pepers. Ik vind dat... 11 In een grote stad wonen veel mensen. Ik vind dat... 12 Khalid is visser. Na het werk is hij vaak... -------------------------------------------------------------------- SUCCESS WITH THE REAL EXAMINATION --------------------------------------------------------------------