-------------------------------------------------------------------- Test examples generated by Rudi van der Woude. (c) 2017 -------------------------------------------------------------------- These 10 questions should be spoken by another person. -------------------------------------------------------------------- 1 Welke talen spreekt u? 2 Wat doet u graag met uw familie? 3 Met hoeveel mensen werkt u? 4 Hoeveel broers en zussen hebt u? 5 Hoe laat begint u met werken? 6 Hoe laat stopt u met werken? 7 Hoeveel dagen in de week werkt u? 8 Op welke dagen werkt u? 9 Hoe vaak bent u al in Nederland geweest? 10 Wat hebt u geleerd op school? -------------------------------------------------------------------- These sentences can be read and filled in. -------------------------------------------------------------------- 1 Stefan belt met zijn zus. Zijn zus is... 2 Mijn buurman maakt graag muziek. Dat vind ik... 3 De koning is op het nieuws. Hij vertelt over.. 4 Veel mensen praten in de les. Nena vindt dat... 5 Carlos is vrij. Hij gaat... 6 Ming rijdt vaak op zijn scooter. Hij wil niet... 7 Manuel is buschauffeur. Hij rijdt... 8 Louis gebruikt de computer. Hij wil... 9 Orma heeft leuke buren. Ze gaat met haar buren... 10 Noah leest een bericht in de krant. Het bericht gaat over... 11 Ik drink geen alcohol. Ik drink wel graag... 12 Mohammed maakt auto’s. Dat vindt hij... -------------------------------------------------------------------- SUCCESS WITH THE REAL EXAMINATION --------------------------------------------------------------------