-------------------------------------------------------------------- Test examples generated by Rudi van der Woude. (c) 2017 -------------------------------------------------------------------- These 10 questions should be spoken by another person. -------------------------------------------------------------------- 1 Wanneer bent u geboren? 2 Hoeveel jaar school hebt u gehad? 3 Wat doet u in het weekend? 4 Wat vindt u van Nederland? 5 Wat vindt u van de Nederlandse taal? 6 Waarom wilt u naar Nederland? 7 Wat is uw adres? 8 Wat hebt u geleerd op school? 9 Welke maand is het nu? 10 Wat eet u 's ochtends? -------------------------------------------------------------------- These sentences can be read and filled in. -------------------------------------------------------------------- 1 Tamal moet remmen. Hij ziet een... 2 Lizzie en haar moeder gaan met het vliegtuig. Lizzie vindt dat... 3 Roy wil zijn vriend spreken. Hij gaat... 4 Ali kan niet goed lopen. Hij heeft pijn aan zijn... 5 Sou eet graag maïs. Ze eet maïs meestal met... 6 Miguel stopt met werken. Hij is... 7 Michelle maakt huiswerk. Ze vindt het huiswerk... 8 Linn heeft niet goed geslapen. Ze blijft... 9 Alex is ziek. Hij heeft pijn aan... 10 Yaira werkt bij een apotheek. Ze werkt daar... 11 Lucia heeft haar been gebroken. Nu kan ze niet... 12 Shing heeft zijn arm gebroken. Hij mag niet... -------------------------------------------------------------------- SUCCESS WITH THE REAL EXAMINATION --------------------------------------------------------------------