-------------------------------------------------------------------- Test examples generated by Rudi van der Woude. (c) 2017 -------------------------------------------------------------------- These 10 questions should be spoken by another person. -------------------------------------------------------------------- 1 Wat hebt u gisteren gedaan? 2 Wie helpt u met Nederlands leren? 3 Welke dieren vindt u leuk? 4 Waar bent u geboren? 5 Bij wie gaat u wonen in Nederland? 6 Hoe vaak kijkt u tv? 7 Wat eet u 's ochtends? 8 Welke talen spreekt u? 9 Wat doet u graag met uw familie? 10 Wat eet u 's avonds? -------------------------------------------------------------------- These sentences can be read and filled in. -------------------------------------------------------------------- 1 Ik heb wortels gekocht. Ik koop de wortels voor... 2 Anisa maakt huiswerk op de computer. Ze doet dat... 3 Vera doet suiker in haar thee. Haar thee wordt zo... 4 Ik lees het nieuws op mijn telefoon. Mijn man leest het nieuws... 5 Tirza koopt een nieuw bed. Ze koopt ook... 6 Kun je mij naar het station brengen. Ik moet op tijd... 7 Emma schrijft alles op. Daarna gaat ze... 8 Lia wil meer geld voor haar werk. Dan kan ze... 9 Mijn opa zit op de bank. Hij kijkt naar... 10 Gary leest zijn dochter voor. Lezen is... 11 Noor werkt in een winkel. Ze verkoopt broeken en ook... 12 Souad koopt bananen op de markt. Ze koopt ook... -------------------------------------------------------------------- SUCCESS WITH THE REAL EXAMINATION --------------------------------------------------------------------